-
1 attaque
attaque [aataak]〈v.〉1 aanval ⇒ bestorming, uitval, overval, aanranding2 aanval ⇒ beschuldiging, scherpe kritiek3 aanval ⇒ attaque, beroerte♦voorbeelden:lancer une attaque • een aanval inzettenpasser à l'attaque • tot de aanval overgaanune attaque contre • een aanval op2 attaque à main armée • gewapende overval, roofovervalêtre d' attaque • fit zijn, in vorm zijnf1) aanval, overval2) beroerte3) inzet [muziek] -
2 lancer une attaque
lancer une attaque -
3 une attaque contre
une attaque contre -
4 rechute
rechute [rəsĵuut]〈v.〉♦voorbeelden:f -
5 charge
charge [sĵaarzĵ]〈v.〉1 last ⇒ vracht, lading2 lading ⇒ (het) laden, (het) vullen4 opdracht ⇒ last, taak6 aanklacht ⇒ beschuldiging, bezwarende feiten8 charge ⇒ aanval, bestorming♦voorbeelden:charge utile d'un véhicule • nuttig laadvermogen van een voertuigrompre charge • een vracht lossencharge de travail • werkdrukcharge foncière • grondbelastingcharges sociales • sociale lastenavoir charge d'âmes • verantwoordelijk zijn voor het zielenheil van (enkele) personenavoir la charge de qn. • de verantwoordelijkheid voor iemand dragenêtre à charge à qn. • iemand tot last zijnêtre à la charge de qn. • van iemand afhankelijk zijnà la charge de la collectivité • ten laste van de gemeenschapavoir qn. à charge • voor iemand moeten zorgenles frais sont à sa charge • de kosten zijn voor zijn rekeningprendre qn. en charge • de zorg voor iemand op zich nemenrevenir à la charge • hernieuwde pogingen ondernemenf1) last, lading2) last, verplichting3) opdracht4) ambt5) aanklacht6) aanval, bestorming7) overdrijving9) doping -
6 coup
coup [koe]〈m.〉1 slag ⇒ klap, steek, stoot, (plotselinge, korte, abrupte) beweging/GRAMT.♦voorbeelden:d'un coup d'aile • in een rukd'un coup de baguette (magique) • als bij toverslag〈 informeel〉 un coup de bambou • een zonnesteek; een vlaag van waanzincoup de barre • 〈 scheepvaart〉ruk aan het roer, plotselinge verandering; 〈 figuurlijk〉plotselinge vermoeidheid, hoge rekeningcoup de bec • snauw, sneerdonner un coup de brosse à qc. • iets (even) afborstelencoup de canon • kanonschotcoup de chance • gelukkig toeval, meevallercoup de chien • plotselinge storm; oproerdonner un coup de collier • er flink tegenaan gaanavoir un joli coup de crayon • goed (kunnen) tekenencoup de désespoir • wanhoopsdaadcoup d'éclat • meesterlijke zet〈 figuurlijk〉 un coup d'épée dans l'eau • een slag in de lucht, verspilde moeitecoup d'essai • eerste poging, begincoup d'Etat • staatsgreepboire le coup de l'étrier • een glaasje op de valreep drinkendonner un coup de fer à qc. • iets even opstrijkencoup de feu • schotcoup de fil • telefoontjecoup de folie • onbezonnen daad, aanval van waanzincoup de force • gewelddaad, overrompeling, coup de forcecoup de foudre • donderslag; 〈 figuurlijk〉liefde op het eerste gezicht, onverwachte ramp, slechte tijding〈 figuurlijk〉 donner un coup de fouet • aansporen, oppeppencoup de froid • verkoudheidcoup de gosier • schreeuwdonner, pousser un coup de gueule • losbrullen, een bek opzettencoup de hasard • bof, meevallercoup de langue • bitse, hatelijke opmerkingun petit, un dernier coup de lime • de laatste hand, de afwerkingcoup de main • hulp, handreiking, steun; 〈 leger〉overrompeling, aanslagdonner un coup de main • een handje helpenfaire un coup de main • een aanslag plegenavoir le coup de main • de vaardigheid hebben〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 recevoir le coup de masse • een zware klap (te verwerken) krijgen 〈 emoties〉〈 figuurlijk〉 un coup de massue • een harde slag, een gevoelige slagcoup de mer • stortzee, zware golfcoup d'oeil • blik, oogopslag, uitzichtavoir le coup d'oeil • kijk op de dingen hebbendu premier coup d'oeil • op het eerste gezichtjeter un coup d'oeil (rapide) sur qc. • een vluchtige blik op iets werpen〈 figuurlijk〉 coup de patte • veeg uit de pan, trap nace peintre a le coup de patte • deze schilder kan aardig met het penseel overwegse donner un coup de peigne • een kam door z'n haar halencoup de pied • trap, schopcasser des vitres à coups de pierre • ruiten ingooientuer qn. à coups de pierres • iemand stenigendonner un coup de piston à qn. • iemand aan een baantje helpencoup de poing • stomp, vuistslagcoup de poing (américain) • boksbeugel〈 informeel〉 avoir le, un coup de pompe • de man met de hamer tegenkomen, opeens niet meer kunnen〈 informeel〉 coup de pompe • man met de hamer, plotselinge uitputting, vermoeidheidun coup de pot • mazzel, gelukdonner le coup de pouce • de laatste hand aan iets leggencoup de poussière • mijngasontploffingon lui a fait le coup du presse-citron • ze hebben hem als een citroen uitgeknepencoup de pub • reclamestuntcoup de réparation • strafschopcoup de sang • beroerte, plotselinge woedecoup de semonce • schot voor de boegcoup de sifflet • fluitsignaalcoup de soleil • zonnesteek; zonnebrandcoup du sort • speling van het lot, tegenslagdonner un coup de téléphone à qn. • iemand opbellencoup de théâtre • plotselinge ommekeer, onverwachte wendingse flanquer un coup de torchon • vechtendonner un coup de tube à qn. • iemand een telefoontje gevencoup de veine • geluk, gelukkig toevalcoup de vent • rukwind, windstootcheveux en coup de vent • slordig, los zittend haarentrer en coup de vent • binnenstormencoup bas • stoot onder de gordelêtre aux cent coups • in alle staten zijn, doodsangsten uitstaandonner le dernier coup, le coup décisif • de genadeslag geven〈 informeel〉 coup fourré • gemene, onverwachte streek, luizenstreek〈 sport en spel〉 coup franc • vrije trap, slagmauvais coup • gemene streek, lelijke klapcoup monté • afgesproken werk, doorgestoken kaart〈 informeel〉 sale coup • rotstreek; zware slagcoup sec • droge knal, klap〈 figuurlijk〉 accuser le coup • de klap incasseren, er een klap van krijgenavoir le coup • er de slag van hebben〈 informeel〉 avoir un coup dans l'aile, dans le nez • (licht) aangeschoten zijn, te diep in het glaasje gekeken hebben〈 informeel〉 boire un coup • iets drinken, er eentje nemencalculer son coup • de zaak precies uitrekenen, uitkienencompter les coups • alleen maar toekijken, neutraal zijn〈 informeel〉 discuter le coup • babbelen, kletsen〈 informeel〉 être dans le coup • er bij betrokken zijn, er van wetenexpliquer le coup • de toestand, gang van zaken uiteenzettenfaire coup double • twee vliegen in één klap slaanfaire les cent coups, les quatre cents coups • een losbandig, rusteloos leven leiden, erop los leven, van alles uithalen 〈 kind〉en ficher, mettre un coup • flink de handen uit de mouwen stekenne pas en ficher un coup • geen klap uitvoerenfrapper des coups en l'air • vergeefse moeite doenfrapper un grand coup • een zware slag toebrengen, een grote slag slaanfrapper à coups redoublés • hard en vaak slaanmarquer le coup • een bijzonderheid benadrukken, een bepaalde gebeurtenis niet ongemerkt voorbij laten gaanmaintenant j'ai pris le coup • nu weet ik hoe het moetil en a pris un coup • dat heeft hem geen goed gedaanrendre coup pour coup • een klap, slag teruggevenrisquer, tenter le coup • het erop wagentenir le coup • standhouden, het uithoudenvaloir le coup • de moeite lonen, waard zijnen venir aux coups • handgemeen wordenà coup sûr • vast en zeker, beslistà tous (les) coups, à tout coup • telkens, bij elke gelegenheidtout à coup • plotselingaprès coup • naderhand, achterafau, du premier coup • bij de eerste keerau coup de midi • klokslag 12 uurd' un (seul) coup • in één keer, plotselingtout d' un coup • ineens, plotselingdu coup • bijgevolg, daaromdu même coup • tegelijkertijd, bij diezelfde gelegenheidêtre hors du coup • nergens vanaf wetenau coup par coup • een voor eenpour le coup • deze keer〈 juridisch〉 pour coups et blessures • vanwege toegebracht lichamelijk letsel; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 voor slagen en verwondingensous le coup de • onder de invloed, dreiging vansur le coup • op slag, onmiddellijk, meteensur le coup de midi • klokslag 12 uurcoup sur coup • achtereenvolgens, vlak na elkaar→ pierrem1) slag, klap, klop, steek, stoot, bons, dreun, trap, schop2) snee3) beet4) ruk5) worp6) daad, streek7) teug, slok8) zet -
7 chargé
charge [sĵaarzĵ]〈v.〉1 last ⇒ vracht, lading2 lading ⇒ (het) laden, (het) vullen4 opdracht ⇒ last, taak6 aanklacht ⇒ beschuldiging, bezwarende feiten8 charge ⇒ aanval, bestorming♦voorbeelden:charge utile d'un véhicule • nuttig laadvermogen van een voertuigrompre charge • een vracht lossencharge de travail • werkdrukcharge foncière • grondbelastingcharges sociales • sociale lastenavoir charge d'âmes • verantwoordelijk zijn voor het zielenheil van (enkele) personenavoir la charge de qn. • de verantwoordelijkheid voor iemand dragenêtre à charge à qn. • iemand tot last zijnêtre à la charge de qn. • van iemand afhankelijk zijnà la charge de la collectivité • ten laste van de gemeenschapavoir qn. à charge • voor iemand moeten zorgenles frais sont à sa charge • de kosten zijn voor zijn rekeningprendre qn. en charge • de zorg voor iemand op zich nemenrevenir à la charge • hernieuwde pogingen ondernemenadj1) belast, beladen2) overladen, vol (met)3) aangetekend [brief] -
8 crise
crise [kriez]〈v.〉1 crisis ⇒ aanval, inzinking♦voorbeelden:avoir une crise de cafard • in een sombere bui zijncrise de conscience • gewetensconflictcrise de larmes • huilbuicrise de nerfs • zenuwtoeval, hysterische huilbuiil a sa crise • het is weer zover met hempiquer une crise (de colère) • een woedeaanval krijgenelle travaille par crises • zij werkt bij vlagenf1) crisis2) aanval, inzinking -
9 botte
botte [bot]〈v.〉2 laars♦voorbeelden:la botte de l'Italie • de laars van Italië〈 informeel〉 en avoir plein les bottes • er van balen, het spuugzat zijnlécher les bottes de, à qn. • iemands hielen likken, voor iemand kruipenêtre à la botte de qn. • van iemand bevelen ontvangen→ foinf1) (hoge) laars2) bos, bundel, boeket3) stoot [van degen] -
10 colère
colère [koller]〈v.〉♦voorbeelden:mettre en colère • kwaad makense mettre en colère • kwaad wordenrentrer sa colère • zijn kwaadheid bedwingenen colère • woedendpasser sa colère sur qn. • zijn woede op iemand koelen, afreagerenpiquer, prendre une colère • een woedeaanval krijgenfwoede(aanval), drift(bui) -
11 porter, pousser une botte
porter, pousser une botteDictionnaire français-néerlandais > porter, pousser une botte
-
12 bouffée
bouffée [boefee]〈v.〉3 vlaag ⇒ wolk, tocht4 uitbarsting ⇒ aanval, opwelling♦voorbeelden:bouffée de parfum • vleugje parfumpar bouffées • bij vlagen, af en toe, met tussenpozenf1) uitademing2) trekje, haaltje3) vlaag, opwelling4) wolk, tocht, windstoot -
13 commander
commander [kommãdee]1 het bevel voeren (over) ⇒ bevelen, zeggenschap hebben (over), gezag uitoefenen (over)♦voorbeelden:commander à qn. de se taire • iemand bevelen zijn mond te houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 het bevel voeren over ⇒ bevelen, heersen (over)2 (ver)eisen ⇒ verlangen, noodzakelijk maken5 in werking stellen ⇒ aandrijven, bedienen♦voorbeelden:commander que 〈+ aanvoegende wijs〉 • verlangen, vereisen dat♦voorbeelden:1. v1) bevelen, heersen (over)2) beheersen, beteugelen3) (ver)eisen, verlangen4) bestellen5) in werking stellen, bedienen2. se commandervmet elkaar in verbinding staan [kamers] -
14 brusquer
brusquer [bruuskee]〈 werkwoord〉2 overhaasten ⇒ bespoedigen, verhaasten♦voorbeelden:brusquer les choses • overhaast te werk gaanbrusquer une solution • een oplossing forceren -
15 faire une rechute
faire une rechute————————faire une rechute -
16 flambée
flambée [flãbee]〈v.〉2 vlaag ⇒ opwelling, golf, aanval♦voorbeelden:¶ ne faire qu'une flambée • een strovuurtje zijn, gauw voorbij zijn
См. также в других словарях:
German declaration of war against the Netherlands — At 6:00 AM (Amsterdam Time) on 10 May 1940, during the Battle of the Netherlands, the German envoy Count Zech von Burkensroda gave Dutch minister of foreign affairs Van Kleffens the following German declaration of war. It was only later… … Wikipedia
Dirk de Graeff van Polsbroek — im Jahre 1863, Fotografie von Felix Beato Jonkheer Dirk de Graeff van Polsbroek, auch Polsbroek genannt, (* 28. August 1833 in Amsterdam; † 27. Juni 1916[1] in Den Haag), war ein niederländ … Deutsch Wikipedia
Anisatine — Structure de l anisatine Général Nom IUPAC 1,5,6a,7 tétrahydroxy 5,9 diméthylhexahydrospiro[4,9a méthanocyclopenta[d]oxocine 6,3’ oxétane] 2 … Wikipédia en Français
Rita Verdonk — Infobox Politician name =Rita Verdonk imagesize =250px caption = birth date =Birth date and age|1955|10|18|mf=y birth place =Utrecht, Netherlands residence = death date = death place = office2 = Minister for Integration Immigration salary2 = term … Wikipedia
Dirk de Graeff van Polsbroek — (Amsterdam, August 28, 1833 – 27 June 1916, The Hague) was a successful Dutch diplomat in Japan. From July 1863, he held the post of Consul General and Political Agent in Japan. He played a major part in the many negotiations between various… … Wikipedia
Dirk de Graeff van Polsbroek — Dirk, jonkheer de Graeff van Polsbroek, est un homme politique et diplomate néerlandais, né le 28 août 1833 à Amsterdam et décédé le 1916 à La Haye. Il est issu de la famille aristocrate des De Graeff. Il a joué un rôle important dans les… … Wikipédia en Français
Petronella Moens — par Marg. Corn. Boellaard/W. van Senus Naissance 1762 Kûbaard … Wikipédia en Français